IP waarde / UGR / Blindstroom

 IP Beschermingsgraad

IP 0x = Niet beschermd.
IP 1x = Beschermd tegen vaste voorwerpen met een diameter groter dan 50mm (per ongeluk aanraken met handen)
IP 2x = Beschermd tegen vaste voorwerpen met een diameter groter dan 12mm (vingers)
IP 3x = Beschermd tegen vaste voorwerpen met een diameter groter dan 2,5mm (draden, kabels en gereedschap)
IP 4x = Beschermd tegen vaste voorwerpen met een diameter groter dan 1mm (draden, kabels en gereedschap)
IP 5x = Volledige bescherming tegen contact met spanningvoerende delen en tegelijk schadelijke ophoping van stof. Er kan stof binnendringen, maar dit beïnvloedt de werking niet.
IP 6x = Volledige bescherming tegen contact met spanningvoerende delen en tegen binnendringen van stof.

Het tweede IP cijfer:

IP x0 = Niet beschermd.
IP x1 = Beschermd tegen verticaal vallende waterdruppels.
IP x2 = Beschermd tegen waterdruppels die onder een maximale hoek van 15° vallen.
IP x3 = Beschermd tegen water dat maximaal onder een hoek van 60° valt.
IP x4 = Beschermd tegen spatwater uit een willekeurige richting.
IP x5 = Beschermd tegen waterstralen met lage druk uit willekeurige richting.
IP x6 = Beschermd tegen sterke waterstralen uit willekeurige richting.
IP x7 = Beschermd tegen tijdelijke onderdompeling in water (15cm tot 1m diep). Duur test: 30 min.
IP x8 = Beschermd tegen langdurige onderdompeling in water, onder druk.

 

UGR waarde in NEN norm
Normen zijn bepaald in NEN 12464-1.

Een overzicht: Gang <28
Bedrijfshal <25
Trap en lift <25
Kantoor <19
Tekenkamer <16

Powerfactor
De powerfactor geeft aan in hoeverre er sprake is van ongewenst stroomverbruik. In een ideale situatie is de powerfactor 1, dit betekent dat er geen sprake is van blindstroom. Een Powerfactor van 0,9 betekent dat er 10% meer stroom wordt verbruikt. Dit wordt veroorzaakt door het faseverschil tussen de spanning (Volt) en de stroom (Ampère)

Powerfactor en verlichting
Zowel LED als de driver verbruiken stroom. De hoeveelheid gecreëerde blindstroom  van een driver is afhankelijk van de Powerfactor. Het hogere kwaliteitssegment LED verlichting heeft een powerfactor van minimaal 0,95.

Slechte LED producten hebben een powerfactor lager als 0,5. Het schijnbare vermogen loopt op tot twee maal groter dan het werkelijke vermogen. Dit resulteert in een 2x hogere blindstroom en een gevaarlijke situatie voor de elektrische bekabeling en groepenkasten doordat de stroom dan ook 2x hoger. Een hoge powerfactor is essentieel.

Powerfactor verlichtingsoplossingen
In onderstaande tabel de powerfactoren van verlichtingsproducten.

Type verlichting Powerfactor
Gloeilampen (slechts een weerstand) 1.0
Spaarlampen (voorzien van electronisca) 0,55
TL T8 verlichting met Electromagnetisch VSA (Spoel) 0,60
TL T5 verlichting met Electronisch VSA >0,95
LED TL + interne driver 0,50-0.95

Vandaar dat men vaak bij een conventioneel armatuur een condensator toepast om deze blindstroom op te heffen welke de ballast opwekt.

Hoelang gaat een lamp mee ?

 Tja..., dat hangt van een aantal factoren af:

1) Hoe vaak wordt deze geschakeld ?

Fluorescentie en gasontladingslampen lijden veel meer van vaak schakelen (meer als 12 keer per dag) dan halogeen, LED en gloeilampen .

2) Hoe wordt deze geschakeld ?

TL-lampen, halogeen en gasontladingslampen gaan beduidend langer mee wanneer deze elektronisch worden opgestart. Zeker wanneer hier een zo genaamde softstart op zit.

3) Wat is de omgevingstemperatuur ?

Fluorescentie lampen kunnen slecht tegen koude. LED doet het juist beter bij koude maar slijt juist harder wanneer het warmer is. 

4) Zijn er veel trillingen ?

Een gloei en halogeen lamp zijn erg gevoelig voor trillingen waardoor ze vaak vroegtijdig kapot gaat. Dit is vaak het geval bij bijvoorbeeld winkels of huizen die aan een winkelstraat staan waar veel zwaar verkeer doorheen rijdt.

Men ziet dat dus de levensduur van iedere lamp beïnvloed wordt door de omgeving.

Hieronder een voorbeeld van een "prestatiediagram" van een TL lamp. Men ziet dat deze een stuk langer mee gaat met een voorverwarmde elektrische start op een elektronisch VSA dan met een "oud" conventioneel VSA (voorschakelapparaat). Ook speelt hier het aantal schakelmomenten een rol. Men gaat hier uit van een omgevings temperatuur van 25 graden Celsius.